Monnik bij de zee, Caspar David Friedrich (1808)
Friedrich werkte twee jaar aan dit, uiteindelijk, zijn beroemdste werk. De compositie is horizontaal verdeeld in land, zee en lucht met een heldere eenvoud die zijn tijdgenoten schokte. Een monnik staat, blootshoofds, op de kust. Zeemeeuwen cirkelen om hem heen. De eenzame figuur kijkt uit op de loodzware zwartheid van de onmetelijk grote zee. De grijze wolkenband boven het water maakt verrassend plaats voor een blauwe lucht langs de bovenrand van het beeld. Geen artistieke compositie is ooit zo compromisloos geweest als deze: de hoofdruimte van het schilderij lijkt een soort afgrond; er zijn geen grenzen, er is niets om je aan vast te houden, alleen een gevoel van zweven tussen dag en nacht, tussen wanhoop en hoop.
