De Cactusliefhebber, Carl Spitzweg
Een ambtenaar neemt laat in de ochtend een pauze van zijn kantoorwerk, en kijkt met grote genegenheid naar zijn fosterling die net een rode bloem heeft geproduceerd, bijna alsof hij er verliefd op is. De cactus geeft het aanhankelijke gevoel terug; hij groeit niet naar het licht toe maar in de richting van zijn pleegvader. De grote Biedermeierklok symboliseert het verstrijken van de tijd; de ambtenaar is nog lang niet jong, en de cactus weerspiegelt misschien wel zijn hoop dat hij nog een eind mei in zijn leven zou kunnen meemaken. De enige aanwijzing voor het soort werk dat de ambtenaar doet zijn de bundels papieren die op hoopjes op de grond liggen. Misschien staan die aan de muur klaar om naar het archief te worden gebracht, terwijl de bundels op de voorgrond nog gecontroleerd moeten worden.
