Paradijselijk landschap met de dieren die de ark van Noach betreden, Jan Brueghel de Oude
Een overvloed aan dieren vult de aarde en de lucht. Vechtend, spelend, klimmend, vliegend en zwemmend worden ze door Noach naar de ark in de verte geleid. Alle soorten dieren zijn afgebeeld, van grote lompe olifanten tot kleine schildpadden en hamsters op de voorgrond. Vleermuizen en vogels zweven door de lucht en verdwijnen naar de achtergrond, waar een heldere hemel de toekomst belooft.
Het verhaal van de ark van Noach was een onderwerp dat zeer geschikt was voor Jan Brueghel de Oude. Overwonnen door de slechtheid van het menselijk ras besloot God de aarde te reinigen met een grote overstroming. Hij spaarde alleen het leven van de familie van Noach, de enige rechtvaardige man. God droeg Noach op een ark te bouwen en van alle soorten vogels en dieren een mannetje en een vrouwtje aan boord te nemen.
De intocht van de dieren in de ark van Noach werd door Brueghel geschilderd tijdens zijn aanstelling als hofschilder van aartshertog Albrecht en de Infanta Isabella, heersers over de Zuidelijke Nederlanden (een regio in West-Europa die overeenkomt met het huidige België). De verkenning van Amerika in de jaren 1500 leidde tot een toegenomen nieuwsgierigheid naar de natuur. Tegen de tijd dat Brueghel schilderde, waren kalkoenen (uit Noord-Amerika) en cavia's (uit Zuid-Amerika), hier op de voorgrond, vertrouwde dieren voor de Europese heersers. De aartshertogen hielden in hun Brusselse paleis een menagerie van zeldzame dieren en vogels, waaronder papegaaien uit Midden- en Zuid-Amerika, waardoor Brueghel ze nauwkeurig kon bestuderen en schilderen.
