Mendel Levin Nathanson's Oudere Dochters, Bella en Hanna, Christoffer Wilhelm Eckersberg
In de jaren rond 1820 was C.W. Eckersberg bezig met het schilderen van portretten van de welgestelde burgers van Kopenhagen. De grootste opdrachtgever van de kunstenaar in zijn jonge jaren, de koopman Mendel Levin Nathanson, liet twee grote familieportretten maken.
De twee jonge meisjes van het schilderij
In een van de twee werken schilderde hij de twee oudste dochters van Nathanson, Bella en Hanna, in een spaarzaam ingerichte salon met eenvoudige lambrisering en meubilair, waaronder een tafel met een papegaaienkooi.
De twee meisjes worden in compromisloze houdingen getoond - de ene strikt frontaal, de andere strikt van opzij - en aangezien ze erg op elkaar lijken, lijkt het waarschijnlijk dat de schilder een variatie op een thema wilde creëren; variaties zoals die van de beroemde Deense beeldhouwer Bertel Thorvaldsen rond dezelfde tijd.
Symbolische lezingen van het schilderij
De papegaai opent de scène voor symbolische lezingen. Door hun vermogen om menselijke stemmen te imiteren werden papegaaien vaak gezien als symbolen van een goede fokkerij, een geschikte zinspeling voor een foto van twee jonge middenklassevrouwen. Tegelijkertijd kan de gekooide vogel echter ook worden beschouwd als een metafoor voor de beschutte situatie van de twee ongehuwde vrouwen tijdens het wachten - misschien wel het verlangen? - om te verhuizen naar het echte leven.
