Metamorfose van een kleine keizersmot op een pruim, plaat 13 van het Rupsenboek, Maria Sibylla Merian (1679)
Deze tekening toont de levenscyclus van de kleine keizersmot (Saturnia pavonia) rond een van zijn belangrijkste voedselbronnen, een pruimenboom (Prunus domestica). Met kunstige schikking en zorgvuldige observatie heeft Merian systematisch de ontwikkeling van het insect geïllustreerd, van een ei, linksonder, tot de volwassen mot die rechtsboven zweeft. Daartussen liggen de pop, een glinsterende bruine cocon, en de vroege en latere groei van de rups. De kunstenares besteedde speciale aandacht aan het beschrijven van elk element in levendige details, waarbij ze levendige en gevarieerde kleuren groen gebruikte om de individuele bladeren van de boom vast te leggen en hun vormen te onderscheiden van wat ze beschreef als een "prachtige groene rups."
Merian gebruikte een tegendruk van plaat 13 van haar Rupsenboek om het ontwerp te maken. Dit werd gedaan door eerst een vers gedrukte afdruk van de oorspronkelijke gegraveerde plaat te trekken en vervolgens een vel, in dit geval perkament, op de nog natte afdruk te leggen en deze een tweede keer door de drukpers te halen. Het resultaat was een delicate omtrek van de compositie. Merian individualiseerde tegendrukken vaak door passages selectief te blokkeren en te herschikken. Hier heeft ze enkele van de kleinere insecten verwijderd die langs de bladeren van de pruimenboom kropen, waardoor het gebladerte, de bloeiende tak en de rups meer nadruk krijgen. Merian kleurde deze tegendrukken met de hand in en verkocht ze als unieke kunstwerken.
