Zelfportret met ingezwachteld oor, Vincent van Gogh (1889) Van Gogh schilderde dit in januari 1889, een week nadat hij het ziekenhuis had verlaten. Hij was daar behandeld nadat hij het grootste deel van zijn linkeroor had afgesneden (hier afgebeeld als het ingezwachtelde rechteroor omdat hij zichzelf in een spiegel schilderde). Deze zelfverminking was een wanhoopsdaad die een paar weken eerder was begaan na een verhitte ruzie met zijn collega-schilder Paul Gauguin. Van Gogh's bontmuts beveiligt zijn dikke verband en houdt de winterkou tegen. Dit zelfportret, gemaakt onder barre omstandigheden, toont Van Goghs vastberadenheid om door te gaan met schilderen, versterkt door de voorwerpen achter hem: een doek op een ezel en een Japanse prent, een belangrijke inspiratiebron. Het zijn vooral Van Gogh's penseelvoering en krachtige kleurgebruik die zijn hernieuwde ambitie als schilder kenbaar maken.
