Bloemen in een blauwe vaas, Vincent van Gogh (1887)
Van Gogh schildert tenminste dertig bloemstillevens in de zomer van 1885. Het genre is bij uitstek geschikt om te experimenteren met kleur en intense kleurcontrasten. Bloemen in een blauwe vaas toont zijn vooruitgang. Licht en kleur overheersen in dit uitbundige stilleven. Van Gogh versterkt de kleurcontrasten en gebruikt een breed scala aan penseelstreken.
Op een tafelblad, geschilderd in krachtige geelgroene penseelstreken, bevat de glanzende lichtblauwe vaas witte madeliefjes, gele zonnebloemen, blauwe seringen, felrode anemonen en donkerrode lelies. De vaas en de bloemen steken af tegen een blauwe pointillistische achtergrond die naar onderen toe overgaat in een combinatie van grijs en paars.
De compositie is eenvoudig en traditioneel. Maar de prachtige kleuren van het boeket en de verscheidenheid aan penseelstreken getuigen van een toenemende technische vaardigheid en zelfvertrouwen. Van Gogh heeft de principes van het impressionisme en het neo-impressionisme geïntegreerd in een unieke, ongekunstelde combinatie van impressionistisch licht en een pointillistische toets.
