De Golfstroom, Winslow Homer (1899)
Homer was gefascineerd door de kracht van de oceaan en maakte deze vaak tot onderwerp van zijn kunst, zowel thuis aan de kust van Maine als op reis. De Golfstroom is genoemd naar de sterke Atlantische stroming die veel van de plaatsen waar hij graag schilderde met elkaar verbond. Homerus baseerde deze dramatische scène van dreigend onheil op schetsen en aquarellen die hij had gemaakt tijdens winterreizen naar de Bahama's in 1884 en 1898, nadat hij de Golfstroom meerdere malen had overgestoken. Een man ziet zijn ondergang tegemoet op een ontredderde, stuurloze vissersboot, die slechts wordt ondersteund door een paar stengels suikerriet, terwijl hij wordt bedreigd door haaien en een verre waterhoos. Hij is zich niet bewust van de schoener aan de linker horizon, die Homer later aan de compositie toevoegde als teken van een hoopvolle redding. Het schilderij is geschilderd kort na de dood van zijn vader, in 1898, en wordt geïnterpreteerd als een uitdrukking van het veronderstelde gevoel van sterfelijkheid en kwetsbaarheid van de kunstenaar. De Golfstroom verwijst ook naar enkele van de complexe sociale en politieke kwesties van die tijd - oorlog, de erfenis van de slavernij en het Amerikaanse imperialisme - en naar meer universele zorgen over de kwetsbaarheid van het menselijk leven en de dominantie van de natuur.
