De slangenbezweerder, Henri Rousseau (1907)
Rousseau zei ooit tegen Picasso: "Eigenlijk doe jij in een Egyptische stijl wat ik in de moderne stijl doe."
Zijn opmerking mag verrassend en zelfs grappig lijken, toch is alles aan de Slangenbezweerder nieuw: het onderwerp allereerst, een zwarte Eva in een verontrustende Hof van Eden, die een slang charmeert die net zo angstaanjagend is als de slang in Genesis verleidelijk was. Dan de stijl: de heldere, dichte kleuren, tegenlicht, anticiperend op de kleuren van een schilder als Magritte, een tekening die zowel precies als naïef is, en een verticale compositie die vernieuwend is in haar asymmetrie.
De menselijke figuur, de dieren en de vreemde vegetatie zijn allemaal met dezelfde zorgvuldigheid geschilderd. Deze vrouw charmeert de wilde natuur, of liever gezegd, zij brengt haar in een vreemde stilte tot rust. De fantastische wereld van dit doek luidt het surrealisme in.
