Kaartspelers, Joos van Craesbeeck
In het zeventiende-eeuwse Vlaanderen begonnen de schilderijen van boerentaferelen een nieuw karakter te krijgen, waarbij de nadruk werd gelegd op carrouselvorming, drinken en roken. De centrale actie van dit schilderij is een variatie op het thema van de door Caravaggio populaire kaartenharken. De Kaartspelers van Josse van Craesbeeck toont ook de invloed van zijn vriendin en leraar Adriaen Brouwer, die ook smerige herbergscènes schilderde.
Craesbeeck presenteerde boeren die zich bezighouden met ruwe, oneerlijke en vulgaire activiteiten. In dit onfatsoenlijke kaartspelletje beslist de vrouw welke kaart ze speelt door de kaarten van haar tegenstander te onderzoeken, die ze in een spiegel ziet die achter de rug van haar tegenstander wordt gehouden door haar medeplichtige. Rechts drinkt een andere vrouw met een kapotte pijp aan haar voeten wijn en rookt, terwijl een man zich tegen de muur opluistert. Een zittend kind met een soort tulband speelt op de grond. De vrouw met de strohoed en de bebaarde man, met grote verfijning gekleurd, zijn kenmerkende types in Craesbeeck's figurenrepertoire. Mogelijk beïnvloed door Caravaggio's volgelingen, besteedde Craesbeeck veel aandacht aan de effecten van het licht, dat vanuit een enkel raam de kamer binnenstroomt.
