New Yorkse stoepen, Edward Hopper (1925)
Met de blauwe sluier van haar uniform achter zich aan duwt een kindermeisje een kinderwagen door de straten van New York. Vanuit een bovenraam kijken we met haar mee als bewoners van de metropool en haar rijen flatgebouwen, die zich in dit tijdperk van vooruitgang en welvaart naar buiten en naar boven uitstrekken. De ongebruikelijke uitsnede van deze scène, waarbij de figuren net in beeld komen, suggereert het gefragmenteerde en eenzame karakter van deze anonieme stedelijke wereld, een veelvoorkomend thema in het werk van Edward Hopper.
