Twee geketende apen, Pieter Bruegel de Oude
De afbeelding toont twee apen die aan een ijzeren ring zijn vastgeketend en in een gewelfde raamopening zitten. De twee dieren hebben zich duidelijk neergelegd bij hun droevige lot. De ene zit gehurkt op de grond, met gebogen rug en ineengedoken in zichzelf, starend in de ruimte, terwijl de andere naar de toeschouwer kijkt. Achter hen is een open landschap te zien, overspoeld met helder daglicht, en gezien zonder overgang, als vanuit een hoge uitkijkpost. De stad Antwerpen koestert zich onder een lichtblauwe hemel. De apen die Bruegel heeft geschilderd behoren tot het geslacht ceropithecidae, de mangabeys, die voorkomen aan de westkust van Afrika. Bruegels schilderij is echter geen dierenstudie, maar een allegorie van gevangenschap en de hoop op een vrij leven die in alle schepselen besloten ligt.
