Een verloving tussen Spaanse en Nederlandse schepen, met een klein jachtje aan de uiterste linkerzijde onder de vlag van de Staten-Generaal. Daarnaast is er een Nederlands schip in stuurboegaanzicht, met de Nederlandse vlag van de voormast en de bezaanmast. Aan dek zijn een aantal figuren te zien; een man in het achterschip blaast een trompet om de actie te laten klinken en een figuur naast hem staat een zwaard te brandmerken. Ze is verwikkeld in geweervuur met het grotere schip, half zichtbaar achterin het havenkwartier, dat op de achtersteven een niet-geïdentificeerde vlag, waarschijnlijk Spaans, voert. Dit schip draagt een kuif met daarin een op het achterschip uitgehouwen figuur en ook een vlag die Christus, of Johannes de Doper, uit de bezaanmast voorstelt. Troepen op het dek schieten op het kleinere Nederlandse schip. Rechts van het midden staat een Nederlands vlaggenschip in stuurboord en achterstevenzicht. Op haar achtersteven draagt zij de wapens van Haarlem, die de naam en identiteit van het schip als 'Haarlem' kunnen aangeven. Verschillende mannen staan ook in de achtersteven trompetten te spelen en de stuurboordzijde van het dek is bekleed met mannen die met hun kanonnen op het dek van haar antagonist schieten, die mannen aan dek heeft die het vuur terugbrengen omdat beide schepen ook met hun belangrijkste breedkantkanonnen bezig zijn. Deze tegenstander is het kleinere schip op de voorgrond helemaal rechts op de voorgrond, in breed havenboogaanzicht. Ze voert een
