The Last Rose of Summer, William Harnett Aan het eind van de negentiende eeuw was William Michael Harnett Amerika's grootste meester in "trompe-l'oeil", Frans voor "het oog bedriegen". In effectieve trompe-l'oeil-schilderijen, een kunstvorm die zijn oorsprong vindt in de oude wereld, worden voorwerpen met een opzienbarend illusionisme afgebeeld. Harnett schilderde "The Last Rose of Summer" in 1886, kort na zijn terugkeer van vier jaar Europa, die hij voornamelijk in München doorbracht. Daar vermeed hij de losse, expressieve penseelvoering waaraan zijn landgenoten en hun opdrachtgevers de voorkeur gaven, ten gunste van een strak gecontroleerde verfbehandeling waarbij zijn toets nergens te bekennen was. Hoewel de meeste kunstkenners uit die tijd Harnetts ongerepte werken niet konden waarderen, waren Amerikaanse zakenlieden er dol op en gaven ze Harnett de opdracht om de materiële bewijzen van hun mannelijke gewoonten en bezigheden te schilderen. We weten niet zeker wie, of wie dan ook, opdracht gaf voor "The Last Rose of Summer". Veel van de voorwerpen op het schilderij, waaronder Harnetts eigen fluit, komen ook in andere composities voor. In dit werk wordt de speelsheid van de illusie getemperd door een gevoel van melancholie en verlies. De titel van het lied op de bladmuziek - een echte melodie waarop de titel van het schilderij is gebaseerd - het met water besmeurde papier, de oude boeken waaronder Dante's "Divine Comedy", de gesmolten kaars en de snuiver, en de precaire manier waarop de voorwerpen op elkaar leunen, suggereren samen een meditatie over het verstrijken van de tijd. Net als bij de
